Website van $boomnaam$
Marritgen Hendricks Boom
Marritgen Hendricks Boom,
geb. in 1671 te van Sanen,
ovl. in 1707 te Huijsen; verbrant in molenhuis,
, -
Kroniek-L.R. Lustig-176-1527; Folio 174; 01-01-1695: .. in en ontrent den Jare 1707 doen verbrant in 't moelenHuijs, door 't vier van den Haart, de eerste vrouw van Harmen moelenaar
-
ONA- 3722A025; 14-08-1708:
-
ORA-184-3176; 21-06-1709: Tot vooghden over het kint van Marritje Hendricks verweckt bij Harmen Tijmensz werden gestelt Hendrick Willemsz Boom en Jacob Tijmensz en Wijchert Jacobsz Backer
-
ORA-184-3176; 04-10-1709
-
ORA-184-3198A146; 12-04-1720
.

tr. op 13-04-1696 te Huijsen; Impost 2x f 3,- = f 6,-
met

Harmen Tijmensz Jacobsz Meulenaar ( Grutter), zn. van Tijmen Jacobsz en Neeltje Jans ,
geb. in 1659 te Huijsen; Koptienden Eerste: 1683-67,
doopsgezind,
Molenaar in Huijsen, Grutter,
ovl. op 11-09-1730 te Huijsen, DTB-20: Meulenaar; Koptienden Laatste: 1,
begr. op 11-09-1730 te Huijsen;DTB-13-Begraven Impost: f 3,-,
, -
HARMEN TIJMEN JACOBSZ
Huizen Koptiendn (1683-67 1730-24 ):
1683-67: v. VADER Tijmen Jacobsz 3 Spt 7 cop 1/4
1695-57: v.weeskind v. HarmenJansz 2 cop 5/8
- = Jan Harmensz Situatie: 4 Spt 1 cop 7/8
- ER STAAT: 4 Spt 1 cop 5/8
1713-27: v. Elbert Jacobsz Smit 4 cop
- Situatie: 4 Spt 5 cop 5/8
1720-24: v. Hendrick Willemsz Grutter 3 cop 1/4
- Situatie: 5 Spt 0 cop 7/8
1721-24 t/m 1729-24: ER STAAT: 5 Spt 1 cop
1730-24: op Willem (Gerbertsz) Rebel 1 Spt 5 cop 1/8
- op Gerrit Willemsz 4 cop 3/4
- op Rut (Jansz) Perck 7 cop 3/4
- op Tijmen Jacobsz 1 Spt 7 cop 3/4
-
Huizen-OAH-182; 01-01-1683: Harmen Tijmensz weeskind van Tijmen Jacobsz
-
Kroniek-L.R. Lustig-176-1527; Folio 174; 01-01-1695: .. deselve moelen voor netto ruijm 32 Hondert gulden aen Harmen tijmonsz nu grutter alhier tot Huijsen, verkogt hadde, soo Liet de voorz Harmen tijmonsz in den Jare 1699, de voorz oude asch
uijt sijn moelen Halen, ende een boom op Zoestdijk gekogt hebbende, Liet deselve daar een asch af maken, en in dat selve voorz jaar 1699 daar in Hijsen en draijen, in den Jare 1710, doen verkoopt de voorz Harmen tijmonsz de voorz koorn moelen
aen Jan van gelder, een goet Cristelijck man, al voor een somme van vier duijsent gulden, welcke voorz Jan van gelder
wederom na enz.
in en ontrent den Jare 1707 doen verbrant in 't moelenHuijs, door 't vier van den Haart, de eerste vrouw van Harmen moelenaar
-
ORA-184-3194A287; 23-01-1697: Compareerden voor Lamb. Killewig schout, Gerrit Koetsier en Willem Boor schepenen, Harmen Tijmensz bekende schuldig te zijn aan de Mennonisten Gemeente alhier een som van 1500 gl. te restitueren enz. met rente van
f 4 per fl 100 per jaar met als onderpand zeker coorn wint molen staande en gelegen alhier op de molenberg alsmede zeker huis en erf staande naast voornoemde molenberg staande naast Teunis Gerritsz ten zuiden alsmede al zijn goederen;
compareerden mede Hendrick Willemsz Boom voor de ene helft en Jacob Tijmensz, Gijsbert Tijmensz, Willem Tijmensz en Jan Tijmensz voor de andere helft mede borg staanden.
Op 17-05-1715 hebben Jacob Tijmensz en Leendert Vergoes als diaconen van de Mennisten gemeente verklaard dat bovenstaande schuld afgewikkeld
-
ORA-184-3195A086; 19-06-1698: Harmen Tijmensz verclaerde vercoght te hebben aen Cornelis Jan Dominicusz seecker huijs en erve staende en gelegen alhier naest Vocker IJsacksz ten Suijden en Claes Lambertsz Schram ten Noorden voor f 475
-
ONA-3722A025; 14-08-1708: Testament Hendrik Willemsz Boom en Reijntje Gerrits echteluijden binnen Huijsen. Aan hun zoon Willem Hendricksz Boom pre-legateren zij f 200,- voor zijn langdurige en getrouwe diensten. Dit bedrag moet later
afgetrokken worden van de totale waarden van al het Timmer, Pomp Rademaeckers en draaij gereedschap. Tevens worden tot erfgenamen benoemd, naast genoemde Willem Hendricksz Boom, Gerrit Hendricksz Boom en aan Gerritje Harmens, nagelaten kind van
haar dochter Marritie Hendricksz Boom verwekt bij Harmen Tijmensen, elk zijn gerechte 1/3 portie, waarbij haar meer gemelde zoon Willem Hendricksz Boom zal krijgen de grutterij met den aancleven van dien nevens het huijs en de hoffstede door
haar jegenwoordig bewoond. te aanvaarden voor een bedrag van f 1800,-. In presente van Leendert Jansz Vergoes en Claas Jelisz Huijsman
-
ORA-184-3176; 21-06-1709: Tot vooghden over het kint van Marritje Hendricks verweckt bij Harmen Tijmensz werden gestelt Hendrick Willemsz Boom en Jacob Tijmensz en Wijchert Jacobsz Backer
-
ONA-3724A003; 21-06-1709: Acte van koop van een koren-windmolen door Jan van Gelder van Harmen Tijmensz (Molenaer) (zie tevens ORA-184-3197; Folio 100 en 101; 16.05.1710)
-
ORA-184-3176; 21-06-1709: Tot vooghden over het kint van Marritje Hendricks verweckt bij Harmen Tijmensz werden gestelt Hendrick Willemsz Boom en Jacob Tijmensz en Wijchert Jacobsz Backer
-
ORA-184-3178; 01-10-1709: Akte van bewijs. Harmen Tijmensz weduwenaer van Marritje Hendricks hebbende een nagelaten doghter genaemt Gerritje Harmens, is met de voogden Hendrick Willemsz Boom, Wijchert Jacobsz en Jacob Tijmensz overeengekomen: f
700,-, sieraden en opvoeding
-
ORA-184-3178; 04-10-1709: Op huijden den 04-10-1709 compareerde in judicio Harmen Tijmensz weduwnaar van Marritje Hendricks te kennen gevende dat sijn voorn huijsvrouw nagelaten heeft een doghtertje genaemt Gerritje Harmens eghtelijck bij hem
comparante geteelt, en nademael hij wel genegen was ombijsondere redenen aen 't selve sijn voorn kint te doe bewijs van moeders nagelaten goederen, Soo verclaerde hij compt dienaengaende met Hendrick Willemsz Boom, Wijchert Jacobsz en Jacob
Tijmensz als vooghden over 't voorn sijn kint mede comparerende overeengekomen en accoord te sijn op navolgende wijze, namentlijck Datte hij compt aen sijn voorn kint in voldoeninge als voren soude bewijsen gelijck hij bewijst mitsdesen een
somme van f 700 als mede een silver tuijgh en een silveren lepel enz.
-
ORA-184-3197A100; 16-05-1710: Harmen Tijmens verkocht aan Jan van Gelderen zeker huis en erf gelegen alhier naast Theunis Gerritsz ten zuiden en Hendrick Jacobsz Vos ten noorden
Item zeker koorn wintmolen (koren-windmolen) staande op de Molenbergh alhier alsmede de seijlen, stenen koevoeten en bilhamers en 1hetgeen verder tot molen specterende is zonder ijets te reserveren en eindelijk eenigh timmerhout met een haart
ijser en enige prullen voor f 3.950
Onder voornoemde koop zijn begrepen navolgende losse goederen
- 4 molenstenen f 400:-
- 9 seijlen f 175:-
- vangh gewight 4:-
- de repertouwen f 100:-
- de koevoeten wiggen
- bilhamers en andere materialen f 90:-
- een haart ijser en enig timmerhout f 50:-
- f 1109 afgetrokken van f 3.950
van de molen wordt jaarlijks voor het recht van de wind betaald f 4:-
-
ORA-184-3197A237; 05-01-1713: Claesje Jacobs weduwe van Elbert Jacobsz Smit, Dirk Cornelisz en Vreek Pietersz voogden over het kind van Dirk Lambertsz en tevens Fytus Elbertsz verkochten aan Harmen Tijmensz Grutter een stuk land van 1 schepel
gelegen aan de bussumerweg grenzend aan Tijmen Claesz ten Noorden voor f 80
-
Kroniek-L.R. Lustig-176-1527; Folio 028; 17-12-1713: ende op den 17 decemb: 1713 doen wert van Harmen tijmonsz grutter een koe sieck na dat hij sijn groep daags te voeren uijtgemest hadde en die koe sterft op den 23 dito, ende op den 31 dito,
doen sterven van hem drie koeijen
-
Amsterdam-1120-942; 26-11-1716: Brief Mennisten
-
ORA-184-3177; 29-01-1717: Tot voogden over 't nagelaten kint van Aaltje Hessels verwekt bij Harmen Tijmensz wert bij desen aangestelt Jacob Tijmensz en Roeloff van der Horst wonende tot Amsterdam
-
ORA-184-3216A037; 30-04-1717: Acte van uijtkoop of bewijs tusschen Harmen Tijmensz weduwnaar van Aeltje Hessels ter ene en Jacob Tijmensz en Roelof van der Horst als voogden over het nagelaten kind genaamt Tijmen Harmensz van hem en Aeltje
Hessels gepasseert op 30-04-1717:
- een morgen toebaxland gelegen onder Niekerk onder Willigenburgh waarvan het voorn. kind als erfgenaam van zijn grootvader Hessel Jansz Coppen 3/8 en Dirck Campen de / is competerende
- Item 1/8 stuk land gemeen met voorn. Dirck Campen waarvan het kind al 3/8 toebehoort;
- En nog een soome van f 550
-
ORA-184-3177; 29-10-1717: Vermits Wijchert Jacobsz Backer die in leven vooght is geweest over het kint van Harmen Tijmensz verweckt bij Marritje Hendricks, deser werelt is comen te overlijden, soo wert in desselfs plaetse als vooght bij deser
gestelt Aert Gerritsz Coppen
-
ORA-184-3177; 15-03-1720: Schepenen, door Jacob Tijmensz en Aert Gerritsz Coppen als bij die van desen gereghte gestelde vooghden over het nagelaten kind van Marritje Hendricksz Boom geprocreeert bij Harmen Tijmensz welck kint voor de helft
erfgenaem is van Hendrick Willemsz Boom en Reijntje Gerrits grootvader en grootmoeder van het selvete kennen gegeven sijnde dat in de voorz boedel gevonden werden verscheijde schulden om ??? te voldoen, geen penningen voor handen in den boedel
gevonden sijn en nademael de crediteuren enz
-
ORA-184-3198A146; 12-04-1720: Gerrit Hendricks Boom alsmede Jacob Tijmensz en Aert Gerritsz als voogden over het nagelaten kind en erfgenaam van Marritje Hendricks Boom, verkochten aan Harmen Tijmensz ontrent 2 schepel land gelegen aan 't
Hotheet belendende Willem Meijnsz ten noorden voor f 15
-
ORA-184-3199A020; 14-01-1724: Compareerden voor Hendrik van Weerland schout mistgaders Jan Jansz Jong en Jacob Killewig schepenen; Harmen Tijmensz eigenaar voor de helft van nader te noemen land, zich sterk makende voor en de rato caverende
voor de helft zijn zuster Geertje Tijmens voor de wederhelft, verkochten en transporteerden aan Arent Tiedeman te Naarden een stuk land van ca. / schepel gelegen in Tames gemeen met de koper voor f 13
-
ORA-184-3199A034; 04-05-1724: Compareerden voor Hendrik van Weerland schout mitsgaders Pieter Melsz Boor en Wijgert Jansz Doorn schepenen in Huijsen, Aaltje Jans weduwe van Willem Tijmensz verklaarde verkocht te hebben aan Jan Jansz Jonge een
camp maatland voor f 2900:-
-
ORA-184-3199A035: 05-05-1724; Compareerden voor Hendrik van Weerland schout mitsgaders Pieter Melsz Boor en Wijgert Jansz Doorn schepenen in Huijsen, Aaltje Jans weduwe van Willem Tijmensz verklaarde verkocht te hebben aan Tijmen Teunisz van
Duijnen een huis en erf gelegen in het dorp belent de Weduwe van Jacob Lambertsz Smit ten oosten en Claas Peet ten zuijden voor f 545:-
-
ORA-184-3177; 30-06-1724: Akte van bewijs. Compareerden voor schepenen des dorps huijsen Joost (Evertsz) Vree ter eenre, en Harmen Tijmensz en Meeuwis Koij voogden over de minderjarige kinderen van wijlen Claasje Lubberts geprocre-eert bij de
voorn. Joost Vree ter andere sijde. Aan de kinderen f 150. Uijt eigen goederen aan Annetje Joosten vermits haar gebrekkelijkheijt f 50. en opvoeding
-
ORA-184-3177; 23-02-1725: Tot voogden over de minderjarige nagelaten kinderen van Gijsbert Hendricksz Coppen verwekt bij Aaltje Willems werden gestelt Aart Hendricksz Coppen en Harmen Tijmensz
-
ORA-184-3218A048; 12-04-1727: Gerrit Hendriksz Boom, soon van wijlen Hendrik Willemsz Boom en Reijntje Gerrits,
- alsmede Gerritje Harmens meerderjarige nagelaten dochter van Marritje Hendriks Boom, die een dogter was van de voorsz: Hendrik Willemsz Boom en Rijntje Gerrits, en sulks te samen enige soon, dogtersdogter en universele erffgenamen van
genoemde overleden personen. Verwijzing naar Testament dd 29-01-1716 bij Nots Jan Nagtglas tot Naarden. Volgt verdeling van 2 huijsen .
- Gerrit Hendriksz Boom is door verval van nering, misfortuijn en groote familie van kinderen gebragt tot uijtterste armoede
-
ORA-184-3199A260; 19-03-1728: Compareerden voor Hendrik van Weerland schout, Claas de Swart en Jan Gerritsz Komin schepenen;
- Lammert Lammertsz Prins gehuwd met Gerritje Pieters
- en Hendrik van Weerland en Aart Gerritsz Coppe als voogden van de minderjarige kinderen van Lambertje Pieters en zich sterk makend en de rato caverende voor Jacob Melsz Boor
- en Hendrik van Weerland zich sterk makend en de rato caverende voor Gijsbert Jacobsz Vos gehuwd met Claasje Pieters
allen te samen erfgenamen van Aaltje Jansz Camer
en tevens
- Gijsbert Tijmensz
- Jan Vergoes namens de weduwe van Jacob Tijmensz
- alsmede Harmen Tijmensz
- en Jan Vergoes namens Willem Kuijper wonende op de Coog en gehuwd met Geertje Tijmens,
- en ook voor Jan Tijmensz
als gezamenlijke erfgenamen van Willem Tijmensz
- verklaarden verkocht en getransporteerd te hebben aan Lammert Jansz Prins zeker huis, erf en tuin gelegen in het dorp belent Wed. Jacob Lammertsz Smit ten zuiden en Jan Meltz Boor ten Noorden voor f 1.380
-
ONA-3731A037; 17-06-1729: Jan Hendricksz wonende tot Huijsen heeft gekocht 2/3 part van een huijs en erve gelegen in het dorp belent Gerrit Jacobsz Snijder ten oosten en Rijk Lambertsz Lustig ten westen, en bekent schuldig te zijn aan Aart
Hendricksz Coppen en Harmen Tijmensz in qualt als voogden over het minderjarige kind van Gijsbert Hendricksz een somme van f 175 en aan Rutje Gijsberts meerderjarige ongehuwde dogter gelijke somme van f 175; in totaal f 350,-
-
ORA-184-3199A383; 09-06-1730: Harmen Tijmensz beheerde f 750 in de vorm van een obligatie t.b.v. de voogden over het weeskind van Aaltje Hessels (geprocreeerd bij hem comparant) en nog f 500 aan de voogden Ess Jansz Steenwijk en Jan Willemsz
Boer als voogden over het minderjarige kind geprocreeerd bij wijlen Aaltje Hesselsz, in totaal een som van f 1.250
Item diverse stukken land gemeen met Geertje Tijmensz; Betaalt 10-11-1730
-
ORA-184-3218A064; 12-10-1730: Inventaris van de boedel van wijlen Harmen Tijmensz; stukken land gemeen met Geertje Tijmenz; Eerstelijk een huijs en erve en grutterijen, enz (Transcriptie)
-
ORA-184-3199A387; 10-11-1730: Pieter Melz Boor en Jan Vergoes aangesteld als curateurs van de insolventen en ge-abandonneerde boedel van wijlen Harmen Tijmensz en Jan Vergoes namens Willem Jansz Kuijper gehuwd met Geertje Tijmensz wonende te
Coogh hebben publiek verkocht en getransporteerd aan Aagje Gein weduwe van wijlen Splinter Jacobsz wonende te Bussem 6 voet maatland gelegen op bussunermaat voor f 280
-
ORA-184-3178; 08-02-1731: Extraord: Regtdag in cas van preferentie en concurrentie over den insolvente boedel van Harmen Tijmensz. Volgt een lange opsomming eijsscher/gedaagden
- Jan Claas Volkersz en Willempje Jaspers opposanten in preferentie Contra Gerritje Harmens
- Anna Martens weduwe van Claas de Swart eijser CONTRA de Gemeene Crediteuren van de boedel van Harmen Tijmensz voor f 37:7
- Jacob Harmensz Schram CONTRA gemeene Crediteuren voor f 18
- Willemtje Jaspers weduwe van Jan Sijbrantsz voor obligaties van f 150, f 400 en f 200
- Cornelis Wijgertsz Backer voor obligatie van f 200
- Jan Claas Volkersz als van de erfgenamen van Marritje Lambertsz laast weduwe van Claas Willems Boer bij coop regt gekregen tot 2 obligaties van f 200 en f 200
Wordt uitgekeert aan (lange lijst) o.a.:
- Gerritje Harmens f 700 voor moeders goederen
- Voogden Tijmen Harmens: f 600 moeders goederen en f 1250 voor obligatie
- Jan Vergoes f 200 sedert 15-01-1719
- Jan Tijmens f 100 sedert 01-11-1730
- Laastelijk Jacob Wijgertsz Bakker met f 60
-
ORA-184-3178; 19-12-1732: Pieter Boor en Jan Vergoes curateurs over den insolvente boedel van wijlen Harmen Tijmensz . Betreft eindafrekening: ontfangen: f 4784:17:14 en uijtgegeven f 4750:6:2, en er meer is ontfangen dan uijtgegeven f 14:11:12
,
tr. (2)
met Aeltje Hessels Coppen,
tr. (3)
met Geertje Jacobs Saendam van.

Uit dit huwelijk:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Gerritje*1702 Huijsen; Koptienden Eerste 1720-22 †1771 Huijsen; Boek 9, Doopg.Gem; Koptienden Laatste: 1 69